Press "Enter" to skip to content

Cultuur maak(t) je – niet zomaar!

Inleiding publicatie boek Cultuur maak(t) je

Maken is een activiteit. Denken ook. Cultuur kan beschouwd worden als de optelsom van wat we maken, hoe we daarover denken en hoe dit ons handelen beïnvloedt. En omdat maken en denken activiteiten zijn is cultuur altijd in beweging. Aan de cultuur waarin we opgroeien ontlenen we grotendeels onze identiteit. Het is het fundament van waaruit wij onszelf ontwikkelen. Identiteit is dus ook niet statisch. We vormen onszelf door kritische vragen te stellen, door nieuwe relaties aan te gaan en door open te staan voor andere gewoonten en culturen. Zo sleutelen we aan onszelf en werken we tegelijkertijd aan de cultuur waar we onderdeel van uit maken. Onze persoonlijke identiteit valt dan samen met de groepsidentiteit; de cultuur waar we op dat moment toe behoren, waarmee we onszelf identificeren. Cultuur maakt je en cultuur maak je.

Met het programma Cultuur maak(t) je hebben wij als cultureel intendanten voor De Domijnen een lokale ontdekkingsreis ondernomen. We wilden onderzoeken wat de meerwaarde kan zijn van een lokale organisatie die bijna alle officiële, culturele podia in een gemeente programmeert: van schouwburg en filmhuis tot bibliotheken, musea en cultuureducatie. Als jonge organisatie heeft De Domijnen gekozen voor het devies: Grondstof voor culturele vernieuwing. Maar hoe doe je dat vernieuwen? Hoe maak je nieuwe cultuur? Liggen er hier unieke kansen voor kruisbestuiving, voor nieuwe ontmoetingen? Daar waar voorheen elke organisatie (het theater, de bibliotheek, het museum etc..) een eigen plek innam in de gemeenschap, met vaak een eigen achterban en organisatiecultuur vormen zij nu een familie.

Onze zoektocht begon daarom met de vraag te stellen: ‘Wat heeft De Domijnen in huis?’ Letterlijk. Wat zijn de interesses en talenten van de medewerkers? Waar ligt hun persoonlijke verbinding met de stad? Wat maken zij en wat maakt hen? Het gaf ons inzicht in de ‘informele’ cultuuractiviteiten in de stad: wandelclubs, haakmarathons, muziekspel in vele vormen, bloemschikken, zang, religieuze bijeenkomsten en bijzondere interesses in andere culturele gemeenschappen of de lokale historie en nog veel meer. Het bracht ons tot de vraag of via de talenten en interesses van de medewerkers er een nieuwe dienst zou kunnen ontstaan: De Dienst der Domijnen.

Cultuur maken is tijd maken

‘Hier in Sittard – Geleen houdt men niet van nieuwe dingen’, was een terugkerende opmerking van de medewerkers. Toon Hermans, carnaval, muziekcorpsen en fanfares, bierfeesten, en ja ook Pink Pop (al vindt dat niet meer plaats in Geleen) horen bij de gemeente. Hiermee identificeert men zich. Dat is de cultuur. Net als de Limburgse dialecten, de verrukkelijke vlaaien en het mijnenverleden. Dat dit uiteraard niet alles is weet iedereen. Maar wie een ander aanbod wil creëren gaat in competitie met de succesnummers en wie nieuwe cultuur aanbiedt met gemeentelijke middelen stelt zich kwetsbaar op. Succes is namelijk niet gegarandeerd, maar wel iets dat we al snel verlangen, ook binnen de cultuur. Gechargeerd gesproken: opbrengsten moeten meetbaar zijn, bezoekers tellen slechts in aantallen mee, kunst moet impact hebben en tevredenheidenquêtes bepalen de koers van het nieuwe seizoen. Men vergeet vaak dat nieuwe cultuur maken chaotisch verloopt, veel onzekerheden kent en dat ‘oefening baart kunst’ tijdrovend is.

Zo ook ons project. Dit verliep verre van vlekkeloos. We zochten naar ruimte binnen het uitgebreide aanbod van De Domijnen zelf en naar aanknopingspunten binnen de lokale gemeenschap van waaruit we iets nieuws konden opstarten. Het kostte tijd om voorbij de eerste indruk te komen. Om de culturele verscheidenheid te kunnen benoemen en begrijpen. Actief denken over cultuur betekent nieuwe relaties durven aangaan.

Vaak namen we Der Lauf der Dingen, een videowerk van kunstenaarsduo Fisschli & Weiss als inspiratiebron. Hierin worden losse elementen verbonden en in beweging gezet door een aanstoot van iets anders. Een soort kettingreactie. Het geheel, het proces is het werk. Niet waar het uiteindelijk stopt. Als makers hoop je iets in beweging te kunnen zetten dat doorloopt, dat resoneert. Maar relaties bouw je niet snel op. En in tijden van versnelling is het moeizaam vertragen. Wij hadden ook beperkte tijd gekregen: zegge en schrijve één jaar.

We besloten om klein te beginnen. We startten met een coworkshop waarbij de medewerkers met elkaar onverwachte verbindingen zouden zoeken vanuit hun eigen maakcultuur of interesse. Een onwennig oefening die vaak eindigde in praktische bezwaren. Maar na enige tijd kregen de deelnemers er toch plezier in, werden de nieuwe (on)mogelijke ideeën makkelijker opgeworpen. Wat heeft bloemschikken met timmeren van doen? Hoe kan een liefde voor rozen gecombineerd worden met belangstelling voor andere culturen? Of wat kan een combinatie tennis en fanfare meer opleveren dan een concours op het tennisveld? En zo meer. Zelf hadden we deze combinaties nooit vooraf kunnen bedenken. Als nieuwe cultuur maken gaat over nieuwe relaties aangaan, dan is het combineren van verschillende maakculturen wellicht een eerste stap?

Kan De Dienst der Domijnen bestaan uit het aanbieden van workshops en services die de dagelijkse culturele praktijk overstijgen? Een dienst die je uit je comfortzone haalt. Een soort experimenteer lab, waar binnen de intimiteit van een workshop er wellicht vrijer geoefend kan worden. We nodigden kunstenaars Arne Hendriks, Shane Waltener, Sjim Hendriks, ontwerpstudio Raw Color, componist Diederik Rijpstra en operaregisseur Miranda Lakerveld uit om een aantal van de onverwachte combinaties verder uit te werken tot voorstellen voor inwoners om deel te nemen.

Wat niet van hier komt

‘Er is geen belangstelling voor het deelnemen aan nieuwe workshops, men heeft het al druk genoeg met de eigen activiteiten’, was naast ‘Men houdt hier niet van wat niet van hier komt’, de terugkerende uitspraak als we vertelden wat we aan het doen waren. Enigszins eigenwijs, en met de overtuiging dat de voorstellen toch aansloten bij wat men al bezighoudt: muziek maken, koken, wandelen, haken etc., bedachten we een ludieke campagne voor de workshopvoorstellen van de kunstenaars. Met oproepjes als ‘Jager zoekt legertje koks’ of ‘Wandelaars zoeken haaksters’ hoopten we de nieuwsgierigheid te wekken. Het werd een totale flop. Niet eerder hadden we in onze praktijk zo weinig aanmeldingen ontvangen voor activiteiten. Ook de vele muzikanten die de gemeente rijk is lieten het afweten voor de oproep: ‘Tennismatch zoekt orkest’. Het werd ons duidelijk dat we te veel van ‘wat niet van hier komt’ communiceerden. Er waren vooralsnog te weinig lokale mensen bij betrokken, de kunstenaars hadden geen Limburgse roots en de uitnodigingen waren niet concreet genoeg; de kunstenaars waren namelijk zelf ook nog zoekende.

Cocreëren betekent dat de uitkomst de optelsom is van een gezamenlijk proces, en niet van een voorop gezette invuloefening. Zo wilde Arne Hendriks graag verschillende mensen ontmoeten die ‘iets’ met stenen hebben, om vandaar uit gezamenlijk een stenenproject op te zetten. En Miranda Lakerveld zocht een koor en vrouwen met verschillende culturele achtergronden die verhalen over rozen wilden delen, om uiteindelijk uit te komen bij een voorstelling. Achteraf gezien was het beter geweest om al in contact te zijn met een lokaal bekend koor en met lokale stenenverzamelaars, maar wij dachten dat deze contacten via de medewerkers van De Domijnen makkelijk te bereiken waren. De publieke campagne was er om die mensen te bereiken die nog niet in het contactenlijst staan van De Domijnen. Wat wij onvoldoende beseften is dat De Domijnen zelf ook pas net begonnen was zich voor te stellen in de gemeente.

Doorpakken

Veel gemeenten zoeken naar manieren om het cultuuraanbod te laten aansluiten bij meer verschillende groepen in de samenleving. Met cultuurparticipatie (zowel actief als passief) kan betrokkenheid met de eigen omgeving worden gestimuleerd. Er zijn veel mooie voorbeelden hiervan, maar te vaak zijn er na een eerste gelukte aanzet geen beschikbare middelen meer om daadwerkelijk op te bouwen.

Ook De Domijnen heeft als doel breed in de samenleving van betekenis te zijn. En dat doen ze heel goed door bijvoorbeeld verschillende podia te creëren waar amateurs en professionals samen komen. Het voordeel van een culturele organisatie als De Domijnen is dat ze kunnen bouwen en doorpakken, ondanks de soms politieke scepsis ten opzichte van cultuur. Het is een lerende organisatie, niet snel inwisselbaar, ze creëren hun eigen succesnummers en staan open voor culturele intendanten met andere ideeën. Met ons programma Cultuur maak(t) je waren wij zogezegd pioniers.

Was het alles waard? De hoeveelheid tijd die we met z’n allen hebben gestopt in het vinden van deelnemers, locaties, partners, publiek en weer nieuwe deelnemers (een ‘ja’ als men zegt ‘Ja ik doe mee’ blijkt niet altijd een overtuigende toezegging) komt wellicht niet overeen met het aantal mensen dat idealiter voor zo’n project gewenst is. Maar wat als we de persoonlijke ervaringen meewegen? De leermomenten? De nieuwe relaties die het project heeft opgeleverd? Nog afgezien van de mogelijkheid tot doorontwikkeling? Orkestleden en tennissers willen op ‘wereldtoernooi’, de Deken van Sittard ziet de voorstelling ‘… ook ik spreek over de roos’ graag in het officiële programma van Santa Rosa viering en de koks geven aan dat het koken voor mantelverzorgers zomaar eens een terugkerende festiviteit kan worden. Vraag is uiteraard wie het stokje nu overneemt. De Dienst der Domijnen zou ook hierin een rol kunnen spelen.